Intro

Opzet

Programma

Voorwaarden

Zweden

Deelnemers

Commissie

Info voor
thuisfront

 
Nederlands På Svenska

Klimaat

Zweden heeft net als buurland Noorwegen te maken met de invloed van de Warme Golfstroom. Zo ligt de gemiddelde jaartemperatuur aanzienlijk hoger in streken zoals Noord-Rusland, Alaska en Groenland die op dezelfde breedte liggen. Midden-Zweden heeft een landklimaat met warme droge zomers en koude winters. Oorzaak is de bergketen in Noorwegen waar de wolkenvelden snel stijgen en het dus vaak regent. Gevolg is dat het achter die bergketen veel droger en zonniger is. In het noorden (Lapland) en de oostelijke gebieden langs de Botnische Golf kan het erg koud worden. De Botnische Golf kan zelfs helemaal dichtvriezen. In Lapland komen temperaturen van ± -35°C voor.

In de noordelijke berggebieden ligt gemiddeld zo'n twee meter sneeuw die wel tot zeven maanden kan blijven liggen. In Stockholm blijft de sneeuw ongeveer drie maanden liggen. Het zuiden heeft een uitgesproken zeeklimaat als gevolg van de Warme Golfstroom en er valt dan ook wat meer regen dan in de rest van Zweden. Als er sneeuw valt, blijft die niet vaak liggen. Ook de havens blijven ijsvrij. Het zuiden heeft vier tot vijf zomermaanden, het midden drie tot vier en het noorden een tot drie. Van noord naar zuid zijn er met name in de winter grote verschillen in de gemiddelde temperatuur. In januari b.v. is de gemiddelde temperatuur in Lapland -14°C en kan dalen tot meer dan -35°C. Aan de zuidkust is het dan gemiddeld -1°C. De neerslag is ongelijk verdeeld over het land. De westkust tussen Malmo en de Noorse grens krijgt de meeste regen, ± 700 mm per jaar. Het oosten van Zweden heeft maar 300-400 mm per jaar. Evenals in Zweden en Finland zijn er in Zweden twee bijzondere fenomenen waar te nemen: de middernachtzon en het noorderlicht.

De middernachtzon staat voor veel reizigers hoog op het lijstje van bezienswaardigheden. Hoe verder men 's-zomers in de richting van de Noordpool gaat, hoe hoger en langer de zon achter elkaar blijft schijnen. De poolcirkel, die door het noorden van Zweden loopt, is de breedtegraad waarop de zon in de nacht van 21 op 22 juni net boven de horizon blijft staan. De middernachtzon is zelfs in zuidelijker delen van Zweden zichtbaar. Hartje zomer kan men dan zonder veel problemen 's-nachts op straat de krant nog lezen. Omgekeerd blijft de zon in de winter op de poolcirkel natuurlijk onder de horizon staan en op de Noordpool heerst dan de poolnacht. Bij zware bewolking is er natuurlijk veel minder van dit natuurverschijnsel te zien.

Het noorderlicht of poollicht is in heldere, koude winternachten te zien. Uit zonnevlekken worden richting aarde elektrische deeltjes weggeschoten die door het magnetischveld om de aarde naar de hogere luchtlagen gestuwd worden, en daar beginnen te gloeien. Er onstaan dan schitterende kleurschakeringen, in bogen en stralen. Het allermooiste is de noorderlichtkroon, als al die bogen en stralen als een kroon boven de pool lijken te hangen.