Intro

Opzet

Programma

Voorwaarden

Zweden

Deelnemers

Commissie

Info voor
thuisfront

 
Nederlands På Svenska

Samenleving

Zweden is een constitutionele monarchie. De grondwet van 1809, voor het laatst gewijzigd in 1975, bepaalt dat het kabinet en het parlement (Riksdagen) de verantwoording dragen voor 's lands bestuur. De premier wordt door het parlement benoemd. De koning bezit geen politieke bevoegdheid en heeft een symbolische,

representatieve functie. De wetgevende macht berust bij de Rijksdag. De ministeries zijn over het algemeen klein en bestaan uit niet meer dan 100 man. Zij houden zich slechts bezig met het opstellen van de algemene beleidslijnen. Het eigenlijke uitvoerende en besturende werk wordt gedaan door de administratieve organen (ämbetsverk), met een voor zes jaar benoemde directeur-generaal aan het hoofd, bijgestaan door een raad van bestuur waarin vertegenwoordigers van allerlei maatschappelijke groeperingen zitting hebben. Deze organen nemen een zelfstandige positie in ten opzichte van de ministeries en de leden van het kabinet en kunnen ook zelf (wets)voorstellen bij het kabinet indienen. De Rijksdag bestaat uit één kamer met 349 leden, die om de vier jaar worden gekozen. Er is algemeen kiesrecht voor Zweedse staatsburgers van 18 jaar en ouder. Er is een kiesdrempel van 4% voor de aan de verkiezingen deelnemende partijen. Sinds 1976 hebben immigranten kiesrecht voor gemeenteraden en provinciale staten als ze drie jaar in het bevolkingsregister ingeschreven hebben gestaan.

Sinds 1922 kent Zweden het consultatieve referendum voor belangrijke algemene onderwerpen. Het land is ingedeeld in 21 districten (län), met aan het hoofd een gouverneur (landshövding), die door het Kabinet wordt benoemd en die voorzitter is van het districtsbestuur. Het land is ingedeeld in 286 gemeenten. De gemeenteraad wordt gekozen voor drie jaar. Burgemeesters kent men niet in Zweden. In plaats daarvan wordt er een voorzitter gekozen voor de termijn van één jaar.